Ik ben nooit zenuwachtig geweest voor een bezoek aan de tandarts. Zolang ik me kan herinneren ging ik altijd fluitend naar de halfjaarlijkse controle. Mijn tandarts was een hele vriendelijke gedistingeerde heer van eind vijftig. Ik heb in vierentwintig jaar tijd nog nooit een gaatje gehad en heb ook nooit iets aan mijn tandjes hoeven laten renoveren. Kortom: Ik had niets te vrezen. Tot de dag dat mijn tandarts welverdiend met de VUT ging en zijn praktijk werd overgenomen door een ander.
Sinds de dag dat ik mijn nieuwe tandarts heb ontmoet is alles anders. Tegenwoordig zit ik dagen voor mijn tandartsbezoek al in de stress en stap ik met kleffe trillende handjes van de zenuwen de wachtkamer binnen. Het is niet zo dat mijn nieuwe tandarts niet aardig is hoor, integendeel. Maar Thijs – want zo heet ie - is een Ãets ander type dan mijn vorige tandarts. Thijs is ergens begin dertig. Thijs is het hele jaar door prachtig brons gekleurd en heeft een goddelijk lichaam. Hij heeft hemelsblauwe ogen en woeste donkerblonde lokken die erom smeken doorheen gewoeld te worden. En Thijs heeft – dat spreekt voor zich – een rij prachtig blinkende hagelwitte tanden in zijn mond. Hij lijkt zo uit een Amerikaanse soap te zijn weggelopen. Ik verwacht dan ook altijd dat er spontaan saxofoonmuziek zal klinken, als hij liefdevol met zijn haakje en spiegeltje in mijn mond wroet.
Zucht. Dat is dus Thijs. En dankzij Thijs is een simpel bezoekje aan de tandarts een heel karwei geworden. Want de dagen dat ik van te voren in de stress zit ben ik bezig te bedenken wat ik aanmoet. En welk parfum doe ik op? Ik poets die dagen wel vijf keer per dag mijn tanden en ben als een dolle in de weer met tandenstokers om vervolgens ook nog even te flossen. Ik wil dat mijn tandjes er tiptop uitzien, zodat Thijs niet teleurgesteld in me zal zijn. Met mijn haren sexy geföhnd, een pittig jurkje en mooie make-up (want met die gigantische lamp op je gericht heb je wel wat extra hulp nodig om goed voor de dag te komen!) haast ik me op weg naar de tandartspraktijk. Ik kijk nog een keer in de spiegel om de niet-te-vergeten Neus Check te doen. Want het zal je maar gebeuren dat je ondersteboven in die stoel ligt en er allemaal snotjes rondbungelen. Maar godzijdank, mijn neus is schoon. Check.
Eenmaal binnen staat Thijs me al op te wachten. Even sta ik op het punt hem maar gewoon te bespringen, maar ik weet me nog net te bedwingen. In plaats daarvan geef ik hem een klef zweethandje en stamel blozend iets dat lijkt op goedemiddag. Ik hang mijn jas op en volg hem naar de behandelkamer.
Ik ga op de stoel liggen en kijk smachtend omhoog in zijn blauwe kijkers. Hij vraagt of ik mijn mond even wil opendoen. Ik probeer heel hard alle onzedige gedachten die op dat moment door mijn hoofd schieten te onderdrukken en open braaf mijn mond. Thijs kijkt een beetje rond, prikt hier en daar wat tegen mijn tandvlees en knikt tevreden. Het ziet er allemaal picobello uit, hij zegt dat je kan zien dat ik trouw aan mijn tandenstokers ben. Ik mag weer gaan.
Teleurgesteld sta ik na vijf minuten weer buiten. Weer geen saxofoonmuziek, geen gewoel en geen gekroel. Dit was het. Over een half jaar mag ik weer op controle komen. Heb ik in ieder geval mooi de tijd om te bedenken wat ik dán weer aan moet..
253 opmerkingen
nou klinkt 10 keer beter dan mijn tandarts. die is eng vies en lelijk. leuke column !